Studenten in jaar 4 en 5 van de opleiding Geneeskunde krijgen sinds de invoering van het nieuwe onderwijsprogramma gastcollege van patiënten.
De patiënt is expert: laat hem dan ook les geven over zijn aandoening en wat het met hem en zijn directe omgeving doet. Het lijkt zo vanzelfsprekend. Toch is het nieuw voor het UMC Utrecht. In 2016 is een naaste van een patiënt hiervoor aangesteld. Het idee is dat je van een echte patiënt andere dingen leert dan van docenten. En ook dat het de grondhouding van studenten verandert, waardoor het doorwerkt in hun werkpraktijk later. Als het aan adviseur patiëntenparticipatie Roos de Jonge ligt, krijgen studenten al vanaf het eerste jaar geneeskundeonderwijs gastcollege van patiënten, en dat moet dan doorlopen tot en met de medische vervolgopleidingen. “Ook in de biomedische wetenschappen, de verpleegkundige en paramedische opleidingen is aandacht nodig voor patiëntenparticipatie.”
Hoewel ze al langer incidenteel meedacht vanuit het patiëntenperspectief in het UMC Utrecht, heeft Roos tegenwoordig ook een aanstelling in het Onderwijscentrum. Eén tot twee dagen in de week kijkt Roos vanuit het patiëntenperspectief naar wat hier gewoonte is en wil ze verandering teweegbrengen. Ook buiten het UMC Utrecht is ze betrokken bij patiëntenparticipatie en zet ze die kennis in. “Ik ben me van de noodzaak bewust geworden nadat mijn dochter is overleden. Drie jaar geleden moesten wij, haar ouders, samen met het ziekenhuis beslissen of verder behandelen nog zinvol was. Dat ging op een manier die ik andere ouders niet gun. ”Hoe leer je studenten om al tijdens hun opleiding een goede mening en houding in deze situaties te ontwikkelen? “Wat ik bij hen vooral tussen de oren wil krijgen, is dat ze met hun patiënten eerlijk moeten communiceren, op een manier dat ze bij zichzelf blijven maar ook op zoek gaan naar wat patiënten belangrijk vinden, want iedere patiënt is anders.” Wat vinden de studenten van deze benadering? “Als ik er met studenten over praat, valt me soms op dat patiëntenparticipatie nog wat meer positieve pers verdient. Helaas”, vervolgt ze, “blijven cijfers belangrijk voor studenten, maar uiteindelijk gaat het toch echt om goede feedback van de patiënt.”
Ingrid Essenberg is programmacoördinator Patiëntenparticipatie. “Op de vraag hoe je aan patiënten komt die betrokken worden bij het onderwijs, vertelt ze: “Simpel, gewoon door te vragen. Dat kan via artsen, maar ook via patiëntenorganisaties. Er zijn natuurlijk ook patiënten die zichzelf melden als ze horen dat er vraag naar is. We moeten nog wel werken aan de praktische invulling: zoals aan tips hoe ze zo’n college kunnen geven. Natuurlijk moeten ze ook ‘nee’ durven te zeggen op de vraag of ze willen meewerken.” Ingrid wil het bovendien makkelijker maken om patiënten een vergoeding te geven voor hun inzet.
Op de vraag naar hun ambitie zegt Roos met een kwinkslag: “Goh, heb je een jaartje of vijf? Dat heb ik wel nodig voor ik al mijn ideeën voor het onderwijs en ‘good practices’ heb gerealiseerd. ”De manier waarop dit in het Onderwijscentrum is gestart is ambitieus, maar ook realistisch. Het uiteindelijk doel is een meetbare verandering in het denken van de studenten en docenten.” Ingrid is heel stellig: “Door zelf te bedenken wat goed is voor patiënten, en hen ’centraal‘ te stellen, ben je er nog net niet. Je moet het patiënten zélf vragen en met hen in dialoog gaan. Dat extra stapje zetten we binnen een paar jaar wel door te kijken met de ogen van een patiënt, zoals die van Roos.”
Verder lezen?
Lees meer over onderwijs op umcutrecht.nl